Onderzoek naar geluid en trillingen

Treinen maken geluid en veroorzaken trillingen. Wat zijn de gevolgen daarvan voor mensen die vlak bij het spoor wonen?
Gepubliceerd op: 15-augustus-2022

Rolf Wiemer is vakspecialist geluid, trillingen, lucht en externe veiligheid bij ProRail. Hij begeleidt ook de onderzoeken naar geluid en trillingen van RegioExpres. Om de komst van de sneltrein de RegioExpres mogelijk te maken, moet het spoor verdubbeld worden over een lengte van ongeveer 9 kilometer tussen Didam en Doetinchem De Huet. Wiemer vertelt wat er tot nu toe uit onderzoek bekend is, wat ProRail daarmee doet en wat er nog gaat gebeuren.

Onderzoek om overlast te voorkomen

Trillingen door de lucht hoor je als geluid. Gaan ze door de grond, dan kunnen mensen die soms in hun woning voelen. Om overlast te voorkomen, doet ProRail onderzoek. Die plicht staat in de Wet milieubeheer. Geluidsonderzoek gebeurt voor plekken waar mensen zijn: woningen, scholen, ziekenhuizen. Trillingsonderzoek wordt ook gedaan voor kantoren. Hoewel het niet verplicht is, houdt ProRail voor kantoren waar mogelijk ook rekening met geluid.

Geluidsonderzoek RegioExpres

Er is een eerste onderzoek naar geluid gedaan langs het tracé van RegioExpres. Een samenvatting van dat geluidsonderzoek staat op de website van RegioExpres. Op basis van de definitieve uitgangspunten wordt dit onderzoek nog opnieuw gedaan. Om te onderzoeken hoeveel geluid er is, heeft het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat langs het spoor in heel Nederland ruim 57.000 referentiepunten aangegeven. Deze liggen op 50 meter van het spoor, 4 meter hoogte en 100 meter uit elkaar. Voor al die punten bepaalde het ministerie hoe hard het geluid van doorgaande treinen maximaal mag zijn: het geluidproductieplafond. In het geluidregister kunt u onder meer zien waar alle referentiepunten precies liggen, wat het geluidproductieplafond voor ieder punt is en op basis van welke gegevens ieder punt is vastgesteld. “Is het geluid ergens toch harder, dan moeten we onderzoeken of dat ook geldt in de woningen die daar in de buurt staan. Dit alles staat in de Wet milieubeheer. Wat daar ook in staat: hoe we het onderzoek moeten doen. We weten de afstand van het nieuwe spoor tot de meetpunten, en welk type en hoeveel treinen er gaan rijden. Op basis daarvan rekenen we uit hoeveel geluid er nu is, en wat het geluid zal zijn als straks de RegioExpres rijdt.” 

Maatregelen tegen te veel geluid

Uit de berekeningen blijkt dat het geluid op veel punten harder wordt dan toegestaan. “Op plekken waar mensen wonen, gaan we daarom maatregelen nemen. We onderzoeken wat we het beste kunnen doen. We plaatsen bijvoorbeeld geluidsschermen: wanden langs het spoor. Maar het liefst pakken we het probleem aan bij de bron. Voor zover we nu weten, komen er vooral raildempers: blokken tegen het spoor die het geluid van het spoor verminderen, doordat ze de trillingen in de spoorstaaf dempen. Het goede nieuws: dat is bijna overal genoeg om het geluid tot binnen de norm te beperken. Slechts bij 3 woningen lukt dat niet. Daar onderzoeken we hoe hard het geluid binnen is. Is dat te hard, kijken we of we de gevel kunnen isoleren. Denk aan kieren dichten of dubbele ruiten. Dat is ingrijpend voor de bewoners; we zitten dan aan iemands huis. Dat doen we uiteraard alleen met hun toestemming. En wij betalen.”

Rechten bewoners

Hoe hard treinen in huis te horen mogen zijn, staat ook in de Wet milieubeheer. Die normen zijn gebaseerd op onderzoeken van het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) over wat voor mensen acceptabel is. “Ik merk wel dat mensen dat soms al veel vinden. Hoe je geluid ervaart, is heel persoonlijk. We nemen alleen maatregelen die we volgens de wet moeten nemen. Als iemand in Zevenaar recht heeft op een bepaalde maatregel, heeft iemand in Rotterdam dat in dezelfde situatie ook. Daarom kunnen we geen uitzonderingen maken. Ik begrijp dat mensen zich zorgen maken. Daarom doen we de onderzoeken zo goed en zorgvuldig mogelijk. Vergeet niet: bijna overal kunnen we dankzij die onderzoeken het geluid verminderen tot binnen de toegestane norm. Hebt u zorgen, laat dat dan weten aan de omgevingsmanager van RegioExpres. We doen ons uiterste best om een zo goed mogelijke uitleg te geven en zorgen weg te nemen. We zijn aanwezig bij informatieavonden en we bezoeken ook mensen thuis die direct langs het beoogde dubbelspoor wonen.”

Onderzoek na schadeclaims

Maatregelen nemen vermindert overlast. Is dit altijd het geval? “We krijgen weleens schadeclaims, vooral van inwoners die langs een spoorlijn wonen waar goederentreinen rijden. Die zijn zwaarder en hebben minder goede vering. Op het dubbelspoor tussen Didam en Doetinchem De Huet rijden straks alleen passagierstreinen, en af en toe een werktrein wanneer onderhoud aan dat deel van het spoor nodig is. Na een claim doen we onderzoek. De Nederlandse Organisatie voor toegepast-natuurwetenschappelijk onderzoek (TNO) heeft voor ons een protocol gemaakt met allerlei criteria: hoe ver woont iemand van het spoor, wat is de staat van het huis, wat voor treinen rijden er. Voldoet iemand niet aan die criteria, dan is de kans op schade nihil. Voldoet iemand wel aan een criterium, meten we op onze kosten de trillingen en of die schade kunnen veroorzaken. We kunnen bijna nooit aantonen dat er verband is tussen trillingen en de schade. Meestal is er een andere oorzaak te vinden. Dat we het verband niet kunnen aantonen, betekent niet dat het er nooit is. Ik begrijp dat die onzekerheid vervelend is.”

Trillingsonderzoek RegioExpres

Tussen september 2022 en februari 2023 doet ProRail onderzoek naar trillingen. “Geluid is goed te berekenen, omdat het zich eigenlijk overal hetzelfde gedraagt. Trillingen niet. Trillingen op veen zijn heel anders dan op bijvoorbeeld zandgrond. Alsof je staat te springen op een matras of een houten vloer. Ook het soort huis maakt veel uit: zijn de vloeren bijvoorbeeld van hout of beton? Daarnaast maakt het verschil wat voor treinen er rijden. We doen een aantal onderzoeken op de grond, op maaiveld. Hoe gedragen trillingen zich daar, en op welke afstand worden ze minder? In een aantal woningen meten we ook trillingen. Op basis daarvan berekenen we de rest.”

Maatregelen tegen te veel trillingen

“Zijn de trillingen te hoog? Dan kijken we voor hoeveel woningen dat geldt. De kosten van een maatregel moeten opwegen tegen het resultaat. We mogen maximaal € 47.000 aan maatregelen voor 1 woning besteden. Dat heet doelmatigheid. Maatregelen nemen is dus makkelijker als meer inwoners daarvan profiteren. We kunnen bijvoorbeeld plaatjes onder het spoor leggen, zodat de trillingen minder makkelijk aan de grond worden doorgegeven. Soms plaatsen we diepwanden: een soort geluidsschermen in de grond. Eventueel kunnen we iets aan een huis doen, maar dat is veel ingrijpender dan maatregelen tegen geluid. Kunnen we niets? Dan kan iemand om nadeelcompensatie vragen. Wat hier nodig is en kan, weten we pas als het onderzoek klaar is.”

Op de website van ProRail is meer informatie te lezen over trillingen.

Reageren op de plannen

Voor het project RegioExpres bereiden we een inpassingsplan of projectbesluit voor. We doorlopen een verplichte m.e.r.-procedure met als resultaat een project-MER (milieueffectrapport). Hierin staan de milieueffecten, zoals de effecten op het gebied van geluid, trillingen, lucht, natuur en gezondheid. De volledige onderzoeken worden tegelijk met het plan gepubliceerd. U kunt daarop reageren door een zienswijze in te dienen. Alle gepubliceerde documenten staan op de website van RegioExpres. Van 28 april tot en met 8 juni 2022 lagen de Notitie Reikwijdte en Detailniveau (de onderzoeksagenda) en het Participatieplan Planuitwerking RegioExpres ter inzage en kon iedereen hierop reageren. Gevraagd naar wat hij daarvan vindt, leeft Wiemer helemaal op. “Het is goed dat mensen kritisch zijn op wat we doen. We komen met treinen in iemands woonomgeving, die ondervindt daar gevolgen van. Logisch dat iemand goed geïnformeerd wil zijn en daar iets van vindt. Inwoners zijn hier erg betrokken. Ik doe ook projecten in de Randstad; daar komen op een informatieavond vaak veel minder mensen. Ik waardeer het als mensen met suggesties komen over waar we in ons onderzoek naar moeten kijken. Iemand zei bijvoorbeeld dat dieseltreinen flink brommen als ze stilstaan, en bij station Doetinchem De Huet staan deze treinen straks dichter bij huizen. Daar hoeven we volgens de wet geen onderzoek naar te doen, maar door die suggestie doen we dat later waarschijnlijk wel. Diegene heeft daar echt over nagedacht: er gebeurt iets in mijn omgeving, welke gevolgen kan dat hebben voor mij? Dat vind ik mooi. En die vragen en suggesties hebben we liever nu, dan wanneer de plannen zijn vastgesteld.”