Op zoek naar sporen uit het verleden

Voor de RegioExpres doen verschillende partijen allerlei onderzoeken. Onder andere om bijzonder cultureel erfgoed te bewaren. Onderzoekers gaan er graven naar archeologische vondsten. Suzanne van der A, vakspecialist archeologie bij ProRail, vertelt meer.
Gepubliceerd op: 28-maart-2023

De RegioExpres is een extra sneltrein tussen Arnhem en Doetinchem, die vervolgens verder gaat als stoptrein tussen Doetinchem en Winterswijk. Daarvoor is spoorverdubbeling nodig tussen Didam en Doetinchem De Huet. Voor dit soort projecten is vooraf veel onderzoek nodig. Denk aan de effecten op het milieu en de omgeving. Ook archeologisch onderzoek is verplicht. Sinds het najaar van 2022 worden deze onderzoeken uitgevoerd. In november 2023 verschijnt het milieueffectrapport met het provinciaal inpassingsplan. Daarop kan iedereen reageren.

Cultureel erfgoed bewaren

In Nederland is archeologisch erfgoed beschermd. Je moet voorkomen dat het wordt beschadigd door een ruimtelijke ontwikkeling. Suzanne van der A, vakspecialist archeologie bij ProRail, legt uit: “Door erfgoed uit de grond te halen en te onderzoeken, kunnen we de kennis bewaren. De vondsten gaan naar een depot. Meestal dat van de provincie.” Terecht, vindt ze. “Ons nationaal geheugen zit in de grond. Geschreven bronnen gaan niet terug tot de prehistorie. Kennis over die perioden kun je alleen maar uit de grond halen. Zo leren we ook over het heden. En het is van iedereen. Dat kun je niet zomaar kapot maken.” Waarom pas zoeken als we ergens gaan werken? “De grond is een archief. Daar ligt het in principe veilig. Hoe later we het opgraven, hoe beter de onderzoekstechnieken zijn en hoe meer we te weten komen.”

 

Portretfoto van Suzanne van der A

Onderzoek in 5 stappen

Archeologisch onderzoek gebeurt in 5 stappen. In een bureaustudie verzamelen onderzoekers alle kennis die al bekend is over het gebied: bodemkaarten, geologisch onderzoek, historische bronnen, eerdere archeologische vindplaatsen. “Op basis daarvan schetsen we op welke plekken we dingen uit welke periode verwachten te vinden. Dat is de basis voor verder onderzoek.” Ze testen of die verwachting klopt. “Meestal gaat een onderzoeker met een handboor het veld in. Is de bodem zoals verwacht? Mensen bouwen niet snel woningen op natte, drassige grond, wel op droge grond. Is de bodem verstoord? Zo bepalen de onderzoekers welke gebieden mogelijk interessant zijn.” De volgende stap: gericht op zoek naar sporen van het verleden, met grotere boren of een graafmachine. Wordt er iets gevonden, dan bepalen ze wat de waarde is. Is het waardevol, dan graven ze het op.

 

Afwegingen maken

“Na elke fase beslissen we of we doorgaan en waar. Want niet alles is waardevol. Is in de omgeving bijvoorbeeld al veel uit een bepaalde periode gevonden? Dan is iets uit diezelfde tijd minder waardevol. We wegen constant belangen af: is deze vondst belangrijker dan andere belangen? Dat moeten we goed motiveren.” Hiervoor houden de onderzoekers zich aan de landelijke kwaliteitsnorm. Daarin staat hoe de waarde moet worden bepaald. Uiteindelijk beslist het bevoegd gezag wat ermee gebeurt. In dit geval provincie Gelderland. “Als onderzoekers iets als waardevol bestempelen, wordt het eigenlijk altijd opgegraven en onderzocht.”

 

Proefsleuven graven

In 2022 liet ProRail de bureaustudie doen. Daaruit bleek dat langs het hele spoor tussen Didam en Doetinchem De Huet waardevolle sporen uit het verleden kunnen liggen. Onderzoekers toetsten dat met boringen langs het hele tracé. Er bleven best veel mogelijk interessante plekken over. Het advies van de onderzoekers: graaf daar proefsleuven om gericht te zoeken en de waarde vast te stellen. Waar en wanneer de proefsleuven worden gegraven, is nog niet bekend. “Graven kan alleen op eigen grond of met toestemming. We zoeken uit wie de eigenaar is van de grond, zodat we die tijdig en goed kunnen informeren en om toestemming kunnen vragen. Ook omwonenden krijgen bericht voor we gaan graven.”

 

Overlast beperken

Graven kan niet zomaar. “Is de grond verontreinigd, dan geven we onderzoekers richtlijnen om veilig te werken. Kabels en leidingen moeten ze uiteraard vermijden. Liggen er explosieven, dan schakelen we anderen in. En leven er beschermde planten of dieren, dan moeten we daar rekening mee houden. Gebeurt er meer op die plek, dan doen we dat het liefst tegelijk. Wel zo prettig als je daar woont.”

 

Hulp van amateurarcheologen uit de buurt

Suzanne en haar collega’s bereiden het onderzoek nu voor. “Onderzoekers kunnen eerst alleen zoeken, of wat ze vinden ook meteen op waarde schatten. Als we voor dat laatste kiezen, moeten we voor de proefsleuven er komen heel goed weten wat voor soort vondsten hier waardevol zijn en wat we daarvan willen weten.” Suzanne helpt het archeologisch bureau het onderzoek goed en veilig uit te voeren. “Ik zorg dat ze rekening houden met spoorveiligheid. Bij het onderzoek in de buurt van Didam een paar jaar geleden werden sleuven van zo’n 1,5 meter diep gegraven. Dat kan invloed hebben op de stabiliteit van het spoor. Dus berekenden we hoe dicht ze bij het spoor konden graven. En de bak van een graafmachine moet bijvoorbeeld niet over het spoor zwenken.” Wat onderzoekers nog niet kunnen doen, doen ze tijdens de werkzaamheden. Dan is het terrein erop ingericht er te werken. Suzanne zorgt ervoor dat ook amateurarcheologen uit Wehl worden betrokken. “Zij hebben veel lokale kennis die een bedrijf niet heeft. Heel nuttig.”

 

Grote kans op vondsten

Suzanne denkt dat onderzoekers vrijwel zeker iets gaan vinden dat moet worden onderzocht. “Het is een groot gebied, dus is de kans groter dan bij kleine projecten. In het Oude IJsseldal denk ik aan vondsten uit de steentijd. Daarna was het gebied niet goed begaanbaar of weggesleten door de rivier. Daarbuiten is het vooral dekzandgebied, dat is hoger en droger. Daar kan uit alle perioden wat liggen. Dat blijkt ook uit eerdere vondsten.” Bij het onderzoek voor de spoorverdubbeling tussen Zevenaar en Didam hadden de onderzoekers succes. “Tussen Didam en de A12 vonden ze een plattegrond, een afdruk, van een huis uit het midden van de ijzertijd. Met onder andere een boerenerf en waterput. Van zo’n 2.500 jaar geleden, heel bijzonder.”

 

Geen invloed op aanleg spoor

Wat ze ook vinden, het project kan doorgaan. “Je kunt het spoor niet om een waardevolle vindplaats heen leggen. Dus moet je de vondsten uit de grond halen.” Als tijdens de werkzaamheden nog wat wordt gevonden, is dat niet meer de verantwoordelijkheid van ProRail. “Dan hebben we er alles aan gedaan om van tevoren erfgoed te vinden en te beschermen. Dat proces is gevolgd en goedgekeurd door het bevoegd gezag, de provincie. Wel moet het bevoegd gezag de kans krijgen de vondst te beoordelen. Zij kijkt dan wat ze ermee wil, en in overleg bepalen we hoe we verder gaan. ProRail wil verantwoord en duurzaam werken. Daar is cultureel erfgoed bewaren onderdeel van. Dat geeft geen problemen, omdat we met dit onderzoek de risico’s op tijd zien en het erfgoed bewaren vóór we er gaan werken.” 

 

Kinderboek en podcasts

Als onderzoekers iets bijzonders vinden, deelt ProRail dat. “Erfgoed is van iedereen, dus het is zonde als het alleen in een rapport en depot verdwijnt.” Er is bijvoorbeeld een kinderboek over vondsten langs de Hanzelijn, en op sommige plekken langs het spoor staan borden met qr-codes. Die leiden naar podcasts van ProRail waarin Joost Prinsen het verleden tot leven brengt aan de hand van archeologische vondsten.